Blog #4 De eerste testen bij de breier.

De breier kan de wol van het Drents heideschaap verwerken.

Het voelt alsof mijn wolproject in een trechter zit, zo langzamerhand kom ik steeds dichter bij het tuitje waar het uitproduct uit komt rollen.

De wol is inmiddels overgebracht van de spinnerij naar de breier. Aangezien ik niet weet hoe het breisel eruit komt te zien bij enkel garen en bij dubbel garen, heb ik besloten 100 kg enkel garen apart te houden. Ik hoop dit te kunnen gaan gebruiken voor sokken. De rest, ongeveer 500 kg, is getwijnd garen dat gebruikt gaat worden voor de truien, vesten en plaids.

Getwijnd garen houdt in dat twee draden samen om elkaar heen worden gedraaid, waardoor er dubbel garen ontstaat. Het voordeel van getwijnd garen is dat er meer lucht tussen zit en het breisel daardoor warmer is.

Het was erg spannend of de wol überhaupt geschikt zou zijn om te gebruiken in een breimachine. Ze hebben zowel het enkele garen als het getwijnde garen kunnen breien. Ik heb van beide een lap opgestuurd gekregen en daaruit bleek dat enkel garen niet geschikt is voor grote oppervlakken omdat deze scheef trekt. Het getwijnde garen daarentegen is zeer geschikt en ziet er prachtig uit! Daar gaan we nu verder mee testen. Aangezien de fabriek de productiecapaciteit vol heeft, hebben ze een medewerker gevraagd om op zaterdag aan de slag te gaan met mijn wol. Ze gaan testen hoe bijvoorbeeld een kabel eruit komt te zien.

De graadmeter voor wol wordt uitgedrukt in de norm Gauge (G). Dit is de diameter van de naald. Hoe hoger het nummer voor de G is, hoe kleiner de diameter van de naald. De getwijnde wol van het Drents Heideschaap kan sowieso gebruikt worden in Gauge 3, dit is een grof breisel. Ze gaan kijken of het ook iets fijner zou kunnen in Gauge 5.

Er is dus genoeg te testen, belangrijk om uiteindelijk tot een mooi eindproduct te komen.

Laten we samen deze wereld een stukje mooier maken 😊.

Deel dit bericht